Rekening-courantschuld als dga met uw BV?

Als dga van uw BV bent u bekend met het begrip rekening-courant. U weet dat het saldo flink kan oplopen als u bijvoorbeeld via uw BV privé-uitgaven bekostigt. Het oppoetsen van zo’n schuld via verrekening kan gevaarlijk zijn. Waarom is dat?

Rekening-courant verhouding met BV

Op een rekening-courant (rc) worden kleine bedragen over en weer geboekt tussen u als dga en uw horeca-BV. Dergelijke bedragen worden dus alleen maar kort voorgeschoten, bijvoorbeeld als uw BV een privérekening voor u betaalt. Dit bedrag stort u op korte termijn weer terug aan uw BV. Indien dit kleine bedragen betreft, wordt een rc niet aangemerkt als een lening waar rente over verschuldigd is.

Kleine bedragen?

Voor bedragen die u opneemt van of overmaakt naar de rc, is over bedragen tot € 17.500 geen rente verschuldigd. Er mag echter gedurende het gehele jaar nooit meer dan € 17.500 op de rc staan. Zodra er meer dan € 17.500 op de rc staat, moet er over het gehele bedrag rente berekend worden. De bovenstaande regeling voor bedragen onder de € 17.500 geldt niet als er sprake is van een lening.

Lening?

Er is sprake van een lening indien de lening voldoet aan alle zakelijke voorwaarden:

  • leningsovereenkomst en aflossingsschema;
  • voldoende zekerheden en zakelijke rente.

Daarbij moet de BV aan haar verplichtingen kunnen blijven voldoen als u de lening opneemt. Het is ook van belang of de BV ook onder dezelfde voorwaarden de lening aan een onafhankelijke derde zou hebben verstrekt.

Onzakelijk

Als er niet zakelijk wordt gehandeld (onzakelijke lening) met de BV, dan zal de Belastingdienst stellen dat er sprake is van een uitdeling van de winst, dividend derhalve. Dit dividend is niet aftrekbaar bij de BV en wordt bij u als aandeelhouder belast tegen 25% (2019) in box 2.

Een rechtszaak tot gevolg …

Wat gebeurde er?

Een aandeelhouder van een BV, verkoopt zijn aandelen in de BV. Tussen de dga en de BV bestaat een rc-verhouding. Dit geld heeft de dga gebruikt voor privéaanschaffingen. De rc-schuld wordt bij de verkoop direct verrekend met de verkoopprijs. De fiscus rekent het bedrag van de verrekende rc-schuld mee als verkoopopbrengst, waarover hij box 2-belasting verschuldigd is. De dga is het hier niet mee eens en stapt naar de rechter. Hij is namelijk van mening dat de opnamen in de rc-verhouding met de BV in het verleden als dividend hadden moeten worden aangemerkt, omdat deze schuld onzakelijk was. De jaren waarin deze opnamen plaatsvonden, zijn niet meer verhaalbaar.

De rechter?

De rechter stelt de Belastingdienst in het gelijk. De rc-schuld is in het verleden door de dga immers nooit als een dividenduitkering behandeld. Ook blijkt uit contacten met zijn adviseur dat hij zich bewust is geweest van een terugbetalingsverplichting, daar hij aangekondigd heeft deze schuld deels af te lossen.

Wat kunt u hiermee?

Als u besluit uw zaak te verkopen en u heeft een rc-schuld die met de verkoopprijs verrekend wordt, moet u er rekening mee houden dat dit behoort tot de verkoopopbrengst waarover u belasting moet betalen. Voorkom dit door minimaal drie jaar voor verkoop uw zaak onder te brengen in een holding. Dit heeft als voordeel dat u bij verkoop gebruik kunt maken van de deelnamevrijstelling. Hierdoor blijft de verkoopwinst onbelast. Zorg er in zijn algemeenheid voor dat u de rc met uw BV niet te hoog laat oplopen en stort vanuit privé terug op de rc.

 

 

 

Bron: Indicator Tips & Advies